1B. Beter bewegen

Een belangrijk doel van een trainer is om mensen duurzaam beter te leren bewegen. In hoofdstuk 1A is een kader van kennis neergezet: kennis van de anatomische stand, de anatomie van de core en ademhalingsspieren, de werking van het zenuwstelsel voor actie en herstel en de functie van ademhaling hierin.

Dit kader biedt een mooi vertrekpunt. Maar in de praktijk zul je veel verschillende mensen met uiteenlopende lichaamsbouw en bewegingspatronen tegenkomen. In dit hoofdstuk 1B leer je dat mensen die dezelfde beweging maken, toch een hele andere uitvoering kunnen hebben: door structurele beperkingen (lichaamsbouw), beperkte flexibiliteit of mobiliteit, motoriek en/of pijn. Je leert het belang van scherp zijn op al deze verschillende factoren om individuele verschillen in bewegen te begrijpen. Je leert dat een algemene aanpak niet voor iedereen werkt en waarom differentiatie in training belangrijk is. Differentiatie is de manier waarop een trainer omgaat met de verschillen tussen cliënten, maatwerk dus. Je moeten onderscheiden wat wel en niet van belang is voor je cliënt. Tot slot leer je hoe je mensen kunt coachen naar beter bewegen. We bespreken de wens voor onbewust bekwaam handelen en hoe je er als coach voor kan zorgen dat cliënten gemotiveerd raken om te leren. 

In dit hoofdstuk leggen we het speelveld van onderwerpen uit die in latere lessen verder worden uitgediept, zoals biomechanica, spierkracht, mobiliteit, flexibiliteit, stabiliteit, motoriek en didactiek.

Na het bestuderen van dit hoofdstuk begrijp je:

• waardoor dezelfde bewegingen er anders uitzien bij verschillende mensen;
• hoe te coachen op beter bewegen door te focussen op leerervaringen;
• wat te doen om mensen beter te laten bewegen met respect voor individuele verschillen, zonder in te leveren op de kwaliteit van de training.